woensdag 8 juni 2011

Fietsvakantie naar Slovenië


Deze keer maken we het ons gemakkelijk en vertrekken voor het eerst met fiets en al per vliegtuig naar het warme zuiden. Vanaf Rotterdam Airport vliegen we, nadat we de fietsen “airsafe” hebben ingepakt, (banden iets leeg laten lopen, stuur kwartslag draaien, trappers eraf, zadel omlaag en alles verpakken in karton en plastic) naar Milaan (Malpensa).


De vlucht verloopt zonder problemen en ook de bagage, 4 fietstassen ieder en de fietsen komen tot onze verbazing onbeschadigd aan. Alleen als ik m'n banden wil oppompen, beginnen we onze tocht met een lekke band. Nadat alles in gereedheid is gebracht voor de tocht en we willen vertrekken, breekt er een hels onweer los, zodat we genoodzaakt zijn op het vliegveld te schuilen. We lunchen hier en vele kopjes koffie verder plenst het nog steeds, zodat we in een rustige uithoek van het vliegveld een noodslaapplek creëren en nadat we uitvoerig uitleg hebben gegeven aan enkele Italiaanse fietsfanaten over onze volgepakte fietsen en onze reisplannen, vallen we uiteindelijk in een onrustige slaap. Als we 's morgens vroeg ontwaken is het weliswaar zwaarbewolkt maar gelukkig droog.
Na een stevig ontbijt, nog niet echt uitgerust beginnen we de volgende dag vroeg aan onze tocht richting Italiaanse meren. Om van het vliegveld te geraken moeten we eerst 10km over een drukke autostrada rond het vliegveld rijden om in Gallarate te komen, waar we eerst de nodige proviand inslaan.




Een klimmetje van 8% brengt ons onder een ontluikend zonnetje in Olgiate, waar we bij de fraaie kerk lunchen.
Na nog wat klimwerk mogen we bij San Fermo via duizelingwekkende haarspeldbochten met een fabelachtig uitzicht heerlijk afdalen naar het Como meer.


Aangezien het Como meer een drukke toeristische trekpleister is, trekken we verder via een pittige klim van soms meer dan 10% , waar Lydia niet echt blij mee is en stukjes moet lopen, naar Camnago.
Na 70km dalen we af naar het Lago di Alsério, waar we een rustige kampeerplek aan het meer vinden ver van de bewoonde wereld.
Na een heuvelachtig parcours over een off-road pad komen we langs de rivier te rijden naar het lieftallige plaatsje Brivio. Als we ons hier tegoed doen aan het voortreffelijke Italiaanse ijs, komt er een vriendelijke oude baas van bijna 80 jaar een praatje maken. Het blijkt een nog vieve bereisde Italiaanse wandelfanaat te zijn, die goed engels spreekt. Hij is van plan als hij over 3 maanden 80 wordt een bedevaartstocht te maken naar Fatima in Portugal. Ons adviseert hij om de route langs de rivier zo'n 15km verder te volgen en daar een pontje naar de overkant te nemen.


We volgen gedwee z'n advies op en het blijkt inderdaad een mooie, ietwat modderige off-road pad te zijn en zelfs het pontje is bemand en brengt ons naar de overkant, waar tot onze grote verrassing de oude baas weer op ons staat te wachten om ons van verder advies te voorzien. Hij was snel met z'n auto rond gereden en we moeten hem nu steeds stukjes volgen achter de auto aan, totdat we bij een splitsing komen en hij ons een rustige fraaie weg rond een berg aanwijst naar Bergamo. Dit soort bijzondere ontmoetingen maken het reizen voor ons extra aantrekkelijk en waardevol! We wensen hem een voorspoedige bedevaart!




Bij Valbrembe volgen we een schitterende autovrije steile slingerweg naar de pas, die uiteindelijk in de historische boven-stad van Bergamo uitkomt.













Het is een genot om hier door de nauwe straatjes te dwalen vol historische gebouwen, zoals de prachtige Citadelle uit de 14de eeuw. Vanuit de oude boven stad heeft men een magnefiek uitzicht over de Po-vlakte, waar we even later snel in af dalen.

Via een prachtig fietspad langs de rivier de F.Oglio bij Palazzolo-Sull-Oglio vinden we na 75km bij gebrek aan campings een prachtige wildkampeerplek met bankjes en tafels midden in moedertje natuur. Een unieke ideale plek om tot rust te komen en geheel verlaten .
Het prachtige MTB-pad blijft de rivier volgen tot Palosco, waar Lydia haar eerste lekke band krijgt. Terwijl ik plak, scoort Lydia  ondertussen wat lekkere broodjes in het dorp, waar verder niet veel is te krijgen. In het iets verder gelegen Palazzolo is gelukkig een groot winkelcentrum, waar Lydia ons van nieuwe voedsel voorraad voorziet en ik een praatje maak met een charmante Roemeense parfum verkoopster, waarna we een heerlijk vlak fietspad volgen naar het Lago d'Iseo.

 Hier houden we een lange lunchpauze met onze vers aangeschafte italiaanse delicatessen. De hier wel aanwezige campings zitten overvol en zijn ook nog eens erg duur. Niets voor ons, dus maar door rijden op zoek naar een geschikte wildplek.





Als we even na Iseo de fietsroute naar Brescia volgen, fietsen we door een schitterend natuurgebied met kleinere meren (N.P. Torbiere del Sebino d'Iseo)


Het is eigenlijk nog te vroeg om te stoppen, maar deze plek is zo mooi, dat we bij het stationnetje van Provaglio d'Iseo wat drinken en tegelijkertijd genieten van het enerverende uitzicht, alvorens een illegaal kamp op te zetten in dit natuurreservaat.




 Op een zonovergoten pinkster zondag trekken we verder over een mooie fietsroute naar Brescia. Als we koffie drinken in een fraai park in Borgonato ploft m'n achterband, zodat ik maar een nieuwe binnenband monteer. Lydia vult ondertussen onze drinkflessen uit een automaat waar je gratis naturel, gekoeld of bubbelttjes water kunt halen. In deze streek komen we deze service in parken vaker tegen, maar hebben dit nog nooit elders gezien.

Ook Brescia is weer zo'n bijzondere stad met zeer fraaie achitectuur. In de binnenstad zijn nog veel monumenten uit de Romeinse en Romaanse tijd. Ook zie je er gebouwen uit de renaissance en barok.

Als we in een park in Mazzano op een terrasje wat eten en drinken breekt er een kortstondig maar hevig onweer los. We schuilen hier tot het droog wordt en vervolgen onze vlakke fietsroute naar Desenzano aan het Garda Meer, waar we na wat zoeken een enigszins betaalbare camping vinden bij Colombare. De prijzen zijn hier schrikbarend hoog tot wel 50€ per nacht voor 2 personen met klein tentje!


camping Sirmione





's Morgens om 6 uur worden we gewekt met wederom een onweersbui, gevolg een gebroken tentstok en wat natte spullen. Als het om 9 uur droog wordt vertrekken we over de landengte naar het toeristische maar fraaie kasteel Sirmione.



Na het Garda meer moeten we een niet bijster interessant stuk oversteken richting Verona, waar we  bij Bussolengo de komende dagen de mooie aparte fietsroute langs de rivier de Adige gaan volgen naar Bolzano. Een speciaal aangelegd fietsroute Eurovélo7 met mooie picknickplaatsen en veel waterkranen door het mooie dal. Mooi asfalt en vrij druk bezocht door fietsers.  Vlak voor Rivolti versmalt het dal zich tot een kloof, waar geen plek meer is voor een weg, zodat een flinke klim volgt.
Wij zien de klim vandaag niet meer zitten en stellen de klim uit tot de volgende dag en kamperen bij een kleine waterkrachtcentrale.





De volgende dag is de 10% steile klim jammergenoeg niet verdwenen en bedwingen hem alsnog op onze nuchtere maag samen met wat wielrenners. Boven gekomen bij Veronese hebben we panoramisch uitzicht over het dal en storten ons naar beneden om een zeer makkelijke en goed aangegeven route tussen de wijngaarden te volgen.
wildkamp 7 bij Rovereta







Bij Rovereta vinden we vroeg in de middag een uitnodigend grasveld langs de rivier, waar we na het nuttigen van wat ijsjes de tent opzetten.
De temperatuur is inmiddels opgelopen tot boven de 30°C en over fietspaden als biljartlakens gaat het verder. We hebben veel wind tegen. Toch fietst het fantastisch. We worden omringd door de hoge bergen van de Dolomieten maar het fietspad zoekt zich een weg zonder extreme stijgingen. Ook vandaag blijven we de gehele dag langs de Adige. We gaan stroomopwaarts en we stijgen de hele dag een beetje waardoor we haast ongemerkt een paar honderd hoogtemeters winnen.



In Trento bezoeken we de mooie binnenstad met ruime pleinen en fraaie paleizen. De domtoren wordt bekroond door een uivorm, kenmerkend voor de noordelijke invloed in bouwstijl nu we in het Duitse taalgebied belanden.
Vandaag zoeken we een camping op om ons weer eens te kunnen douchen en kleren te wassen. We belanden aan de Kalterer See(Lago di Caldero)



Alvorens we het gemakkelijke laatste stuk naar Bolzano afleggen, fietsen we eerst het meer in het rond.  Het is zeer rustig onderweg en degenen die onderweg zijn, gaan meestal stroomafwaarts. Veel groepen met identieke fietsen en fietstasjes. Waarschijnlijk kun je bij een organisatie fietsen huren en dan lekker stroomafwaarts rollen zonder veel te doen.


Na een bezoek aan Bolzano, besluiten we een stukje met de trein te smokkelen, aangezien het dal naar Fortezza erg smal is met druk autoverkeer. Later ontdekken we dat er recent een spiksplinter nieuw fietspad is aangelegd langs de rivier en onder de snelweg door, die soms door de hoge bergen in tunnels verdwijnt. We besluiten dit fraaie fietspad op de terugweg te nemen. De sneltrein naar de Brennerpas zit stampvol met nederlandse fietsers en we kunnen er maar nauwelijks in. Een stel kletst ons de oren van het hoofd en we zijn dan ook blij dat we er weer snel uit mogen, verlost van alle hectiek.
Als we in Dobbiaco aankomen is de temperatuur op 1200m aardig gedaald naar 16°C en fietsen de Dolomieten in naar de Toblacher See, waar we op een grandioze camping gaan staan met een soort Romeins badhuis en laten ons 's avonds verwennen in het sfeervolle restaurant.
Toblacher See




In dit paradijselijke gebied tussen hoge wanden van de Dolomieten maken we tocht naar de Dürrensee over een modderig maar wonderschoon mountainbike pad.






Zware wolkenpartijen belet ons het zicht op de beroemde "Drei Zinnen"en ook de bergen rond de Dürrensee zien er dreigend uit.
Dürrensee
Met weemoed nemen we afscheid van de betoverende Italiaanse Dolomieten en vertrekken richting Oostenrijkse grens  fietsend door een magnifiek berglandschap.

Bij Innichen/San Candido bezoeken we nog de bijzonder mooie Stiftskerk uit de 8ste eeuw in Romaanse stijl.



Even verder komen we bij Oostenrijkse grens, waar we afdalen naar de meest zuidelijke deelstaat  Karinthië, waar we  de Drau route gaan volgen naar Slovenië.
De Drau is hier nog een zeer woeste rivier, waarop zich alleen de zeer ervaren kajakkers  wagen. De route loopt door woeste bossen met hoge watervallen.




Bij Silian rijden we langs Schloss Heinfels en kijken afgunstig naar een fraai houten huis.









Voordat we de camping in Amlach opzoeken, maken we nog een wandeltocht door de Galitzen klamm, een korte maar fraaie klim langs een pad tegen de wans aangeplakt, getooid met een stevige helm tegen steenslag.
Er kan hier ook een klettersteig gemaakt worden.





























Op de rustige camping van Amlach vinden we eindelijk een mogelijkheid om te internetten, maar omdat het alleen een draadloze verbinding is, mogen we van de kampbaas even z'n PC gebruiken om het thuisfront emailen, omdat wij niet over een notebook beschikken.

Langs de route vind je vaak service punten met gereedschap om eventuele pech te verhelpen. Als we op zoek gaan naar een wildkampeerplek staan op alle geschikte plekken langs de rivier grote verbodsborden, zodat wij ons genoodzaakt zien een camping te vinden. In Steinfeld staat een boerencamping aangegeven, maar die blijkt ergens tegen de berg aangeplakt te zjjn.  Als we het steile pad lopend volgen, komen we halverwege een uitgeput Duits stel met 3 jonge kinderen van 2, 4 en 6 jaar met fietsen en een aanhanger.
Ook zij zijn op zoek naar de camping en willen weer terug gaan. Maar met behulp van ons weten we uiteindelijk de boerencamping te bereiken, die vol staat met een Nederlandse kolonie caravanners. De 2 kleine tentjes zorgen voor heel wat opschudding en de nodige commentaar van de overige vakantiegangers.


De volgende dag storten we ons weer snel naar beneden en rijden een stukje terug om bij Greifenberg  een wandeling door de prachtige Gnopnitzklamm te maken. Een waterparadijs met stroomversnellingen, watervallen en allerlei educatieve bouwwerken.













Na Spittal vinden we bij Kamering wel heerlijke wildkampeerplekken langs de rivier.

                                                                                                                                                                                                       









Als we na Villach de Maria Gail kerk bereiken, besluiten we om voor de afwisseling, van de Drau route af te wijken en rond de Ossiacher See te fietsen, die we even na het passeren van kasteel Landskron bereiken. Ik kan het niet nalaten om een verfrissende duik in het meer,te nemen met temperaturen ver boven de 30°C.



De volgende dag vervolgen we weer onze route langs de Drau, die hier aanzienlijk rustiger is, waarschijnlijk omdat het parcours nu wat pittige klimmetjes vertoont tot de Feistritzer See. En als er tegen avond donkere wolken verschijnen vinden we net op tijd een plek om te kamperen naast de waterkrachtcentrale, voordat het begint te regenen.








Na de Feistritzer stuwmeren beginnen wederom wat klimmetjes tot Völkermarkt, waar we naar het gelijknamige meer afdalen.
Om in het dorp zelf te komen om de voorraad aan te vullen, moeten we echter weer helemaal naar boven fietsen.















Ook na Völkermarkt volgt weer wat klimwerk, maar de omgeving vergoed hier een hoop. Als we even later de hoge Jauntalbrug passeren, waar men kan bugee jumpen, bereiken we een lange fietshangbrug, waarna  een geweldige lange afdaling naar Lavamünd volgt. Als we hier een grote chocoldetaart oppeuzelen komt een  vriendelijke zwerver een praatje maken en wijst ons de weg naar de 6km verder gelegen Sloveense grens. Als tegenprestatie vraagt hij 50 eurocent voor een biertje, wat wij hem van harte gunnen.





Als we Sloveense grens zijn gepasserd komen we in Dravograd aan. Als ik de kaart bestudeer bij gebrek aan bewegwijzering hier in Slovenië,  komt een locale fietser ons vertellen hoe de route verder loopt. Hij zegt ons in een mengelmoes van gebroken Engels en Duits dat we hem maar moeten volgen.
In flink tempo op z'n oude brik moeten we hem de berg op volgen, waar Lydia wat problemen heeft om dit straffe tempo bergop te volgen. Na een aantal kilometers bereiken we een slot, annex kazerne met allerlei feestgangers. Het blijkt vandaag precies 20 jaar geleden dat Slovenië onafhankelijk is geworden en dat de president hier zodadelijk een toespraak zal houden. De Sloveen blijkt naast het slot een soort privé-bibliotheek te.onderhouden met duizenden boeken. Hij leidt ons uitgebreid rond door z'n schatkamers . Maar uitlenen doet hij ze niet meer, omdat hij ze dan bedoezeld terug krijgt. Wel biedt hij ons snaps en thee aan, waarvoor we het eerste beleefd bedanken, maar van de kruidenthee.genieten we des temeer. Voor het feest los barst, bedanken we hem voor z'n gastvrijheid en krijgen nog allerlei kaarten en een boekje over de Drau route door Slovenië mee.








Een hartelijker welkom in Slovenië hadden we ons niet kunnen voorstellen!

Hierna volgt een prachtig onverhard pad door een mooi bos hoog boven de Drau, die ons naar een 18% klim leidt bij Vuzenica leidt. Zo makkelijk als de route in Oostenrijk was, des te moeilijker wordt het hier. Het blijft klimmen en dalen, maar wel erg mooi!



Maribor
Vandaag volgt het zwaarste gedeelte van de Drau route met een 2 uur durende klim naar  Podvelka. De enige fietser die we boven tegen komen is een verbaasde Amerikaan, die hier een huis heeft en een tochtje maakte. Na een lange afdaling en nog een zware klim naar Puscava, bereiken we over een vrij saaie weg Maribor. De camping die we hier op het oog hadden, blijkt niet meer te bestaan en de enige andere in de buurt is weer 6 km terug. Hier hebben we duidelijk geen zin in en na bezichtiging van de stad,  fietsen we nog maar 25km verder naar de oudste stad van Slovenië, Ptuj.
  
Ptuj


Ptuj aan de rivier de Drau(Drava) gelegen vlakbij de Kroatische grens, is het middelpunt van de belangrijkste wijnbouwstreek van het land. Ptuj en de nabijgelegen dorpjes zijn rijk aan archeologische vindplaatsen van onder andere Illyriërs, Kelten, Romeinen & Slovenen.
De trekpleister van deze stad is ongetwijfeld het aantrekkelijke plein met het oude stadhuis en de Georgiuskerk. Andere prachtige bezienswaardigheden zijn het het kasteel van Ptuj en het dominicanenklooster.

Na 2 dagen hier doorgebracht te hebben op een zeer dure en luxueuze camping en het meest oostelijke deel van onze reis bereikt te hebben, zetten we onze tocht voort via het dal van de Dravinja in westelijke richting naar Celje. De infrastructuur is nog niet geheel voltooid in Slovenië, waardoor er geregeld vastlopen op prachtige fietspaden, die in het niets eindigen!
 
 
Na Celje gaan we het prachtige Savinja dal in langs een adembenemende rivier omsloten door hoge bergkammen. In Nazarje vinden we een zeer rustige camping, waar we gastvrij ontvangen worden met zelfgebakken koekjes en een drankje door een vriendelijke 70 jarig vrouwtje, waar we slechts met met één ander stel in een vw-busje kamperen. Ze is zo blij dat we haar afgelegen camping op de fiets en deze hitte aandoen, dat ze 's avonds als ze naar huis gaat even langs komt om nog een ijsje te brengen. Het is dat we het prachtige dal verder willen verkennen, anders zouden we nog wel een tijdje in deze paradijselijke omgeving willen blijven voor slechts 13€ per nacht. Als er meer van dergelijke campings waren, zouden we wel vaker op campings kamperen.

Omdat ons de volgende dag aardig wat klimwerk te wachten staat, zetten we reeds na 30km de tent op in in het gezellige dorpje Luče ob Savinji, wederom een zeer rustige camping met in het dorp een heerlijk restaurantje, waar we ons tegoed doen aan de plaatselijke specialiteiten.






 Voldoende aangesterkt vertrekken we de volgende dag vroeg zonder bepakking aan de rit naar het einde van het Savinje dal, waar we na een 20km lange behoorlijk zware klim in de Logarski Dolina en een korte wandeling de fraaie Rinka waterval bereiken.  










Op de terugweg pikken we de tent en bagage weer op bij de camping in Luče ob Savinji,en draaien daarna het mooie, rustige Podvolovljek dal in, waar we
een 14% zware klim voor onze kiezen krijgen naar de 1040m hoge Volovljekpas.
Prachtige omgeving, maar een zware beproeving voor Lydia, die het zwaar te verduren krijgt en veel moet lopen. Eenmaal boven genieten we des temeer van de fabelachtige uitzichten en roetsen daarna via vele haarspeldbochten naar beneden. Vlak voor Crna zetten we na een koude afdaling snel de tent op bij beginnende regen in een weiland naast de weg.
Niet erg beschut, want 's nachts horen we een auto stoppen en met een zoeklicht wordt bekeken wat voor vreemde vogels daar in het weiland staan. Het blijkt politiecontrole, maar als ze zien dat het onschuldige fietsers zijn met een tentje, rijden ze weer door.

Over een nu vrijwel vlakke route rijden we naar de sfeervolle hoofdstad Ljubljana, waar we genieten van de mooie binnenstad met vele terrasjes.



 
 
 
Na de geneugten van de grote stad, zetten we onze tent op in Reteče in een heerlijk natuurgebied en bezoeken lopend het dorp, waar een brandweerfeest gaande is met antieke brandweerrijtuigen.
 10km verder ligt volgens velen de mooiste stad van Slovenië, Skofje Loka.
 




 
We komen hierna weer meer in bergachtig gebied met een flinke klim van Ziri naar Idrya, waarna we langs de rivier de Idryca naar Straza rijden. Hier laten we ons als enige gasten culinair verwennen bij pension met restaurant. Met volgegeten buiken duiken we in onze tent langs de rivier.  
Door het schilderachtige dal rijden we verder naar Tolmin, waarna we in het Triglav Nationale Park in de Julische Alpen komen, een schitterend grillig en ruig gebied, waar woeste rivieren en gletsers diepe dalen en nauwe kloven hebben uitgesleten met soms hoge watervallen.





Een eldorada voor kajakkers, rafters en bergwandelaars. Op een heerlijke rustige camping in Soča langs de gelijknamige woeste smaragdgroene rivier, waar we de enige gast zijn op deze hemelse plek, bivakkeren we 2dagen en maken een lange wandeling langs de rivier. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat in dit gebied in de eerste wereldoorlog zwaar is gevochten en er 500.000 doden aan zowel de Italiaanse als de Oostenrijkse kant zijn gevallen over een grensgeschil

















De wandeltocht eindigen we in Trente, waar
we uitzicht hebben op de 2864 meter hogeTriglav (Triglav betekent "de driekoppige", een verwijzing naar de vorm van de berg. De drie toppen staan voor het verleden, het heden en de toekomst; de berg geldt als nationaal symbool van de Slovenen)
Op de terugweg liften we mee met een jong Hongaars stel, waarvan de vrouw nog in Groningen had gestudeerd,













Vandaag beginnen we aan onze grootste uitdaging van deze vakantie de beklimming over de mooiste weg van Slovenië vanuit Trente naar Kranjska Gora over de fameuse 1611m hoge Vršic-pas. Hij is 45 km lang met 50 haarspeldbochten en een stijgingspercentage van 14% met stukjes van 16%. In gezelschap van een Canadees stel en een Oostenrijkse 20 jarige jongen, die terugkomt van een 9 maanden durende fietstocht naar Nepal beklimmen we deze "killermountain". Wij zijn niet de snelste en moeten flink afzien, met uiterste krachtsinspanning haal ik 5 km per uur. Met deze snelheid kan ik mijn stuur niet stil houden en zwalk dan ook zigzaggend over de weg.




Lydia heeft het nog zwaarder en moet regelmatig stukjes lopen, maar na 4 uur zweten worden we op de top aangemoedigd door onze Oostenriijkse vriend die hier op ons zit te wachten.






We lunchen hier op de top en vergapen ons aan het 360-graden overweldigende uitzicht. We wisselen nog wat ervaringen uit met onze vriend, die ons nog een tip geeft voor een mooi wildkamp onder aan de pas. Naar beneden gaat aanzienlijk sneller, maar we gaan toch regelmatig in de remmen om van het uitzicht te genieten van dit ruige landschap.
Halverwege in bocht nr. 8 (ze zijn genummerd) ligt de Russische kapel. Een herdenkingsteken voor de Russische dwangarbeiders, die deze weg gedurende de Eerste Wereldoorlog moesten aanleggen waarbij 400 man omkwamen door een lawine.
.

Net voor Kranjska Gora ligt  het schitterende Jasna meer, waar we ons bivak neerzetten.
Onze vriend komt nogmaals even bijpraten, alvorens hij na 9 maanden onderweg te zijn geweest huiswaarts keert over de Wurzenpas.






Na Kranjska Gora volgen we een prachtig apart fietspad naar Mojstrana, maar daarna veranderd het pad in een moeilijk begaanbaar MTB pad tot Jesenice. We zijn op weg naar Bled, maar moeten daarom weer een 14% klimmetje over naar Lipce en komen daarna  in een prachtig dal terecht. Halverwege bezoeken we de Vintgar kloof uitgesleten door de rivier de Radovna en stroomt tussen twee verticale rotsheuvels Hom en Bort. Op het einde van deze lange kloof ligt een 16 meter hoge waterval Šum.








Aangekomen in het erg toeristische Bled neem ik een duik in het warme meer. De plaatselijke camping zit dan ook propvol, dus besluiten we rustig verder te rijden door het Bohinjska dal.


















Bij Bohinjska Bela moet nog wat geklommen worden alvorens we in Bohinjska Bistrica langs een bijzonder mooi fietspad naar het grote Bohinjska meer mogen fietsen, waar we een lange picknick houden aan de oever van het meer.
Langs het meer fietsen we verder tot het einde van het dal bij Ukanc, waar een overvolle en dure camping is. Er blijft ons bij gebrek aan wildplekken niets over dan een plekje in het bos van de camping te zoeken tussen 10tallen andere tentjes. Het is dan ook het uitgangspunt voor de beklimmingen van de bergen en bovendien weekend met prachtig weer. Wij maken nog een MTB/wandeltocht naar de Savica waterval. Een behoorlijke klim met een beetje teleurstellende waterval.



We moeten hierna dezelfde weg weer terug naar Bled, waar ik dankbaar nog een verkoelende duik in het meer neem, alvorens afteslaan naar Ribno om vervolgens via een niet te fietsen steil grindpad uitgeput in het historische dorp Radovljica te arriveren. De plaatselijk ijstent doet goede zaken met ons, want de temperatuur is tot boven de 35°C opgelopen. Met loodzware benen vallen we in het park neer en vallen prompt in een korte slaap.


Na Jenecise volgen we met een fikse tegenwind weer dezelfde terugweg naar Kranjska Gora en besluiten hier inplaats van de Wurzenpas te nemen naar Oostenrijk, om door te fietsen naar Travisio in Italië.

















Achteraf een zeer goede keuze, want we rijden over een zeer fraai fietspad in dito omgeving, met na Travisio zelfs een zeer spectaculair fietspad met de snelweg diep beneden ons en door een 500m lange tunnel komen we even later weer in Oostenrijk uit.

Hier volgen we nu de Gail fietsroute, waar we bij Möderndorf de Garnitzen klamm opzoeken. Een zeer pittige klettertocht, die we niet helemaal volbrengen, aangezien we de  zwaarte onderschat hebben en tijdgebrek ons noopt terug te keren. (je moet ongeveer 9 uur uittrekken om de volledige tocht te maken)




Lago di Valdaora
Vandaag wacht ons een 10% bult bij Kotschach, de Gailberg sattel(981m). Deze vormt voor ons na eerdere zwaardere beklimmingen geen enkel probleem meer en we zijn dan ook in anderhalf uur aan de andere kant in Oberdrauburg. Vervolgens volgen we weer dezelfde route als de heenweg naar Dobbiaco in Italië, waar we het hoogste punt bereiken (1240m) en wordt het geleidelijk afdalen naar het 30km verder gelegen Brunico.









Na Muhlbach volgt nog een pittige klim en wordt het een puzzeltocht tussen de de snelwegen en via een moeilijk begaanbaar off-road pad bereiken we de mooie stad Brixen.


Hierna wordt het pas echt leuk, één grote 40km lange afdaling naar Bolzano over een nieuw fietspad vlak langs de rivier tussen en onder de snelweg en spoorbaar door, die soms hoog in de bergen in tunnels verdwijnen. Dit is pas genieten!!!
Aangekomen in Bolzano wordt de lucht echter pikzwart en neemt de wind zienderogen toe. Met moeite weten we de tent op te zetten in een appelboomgaard. Het noodweer blijft ons gelukkig bespaart en drijft weg in een andere richting.

Een vlakke weg leidt ons naar Meran, voordat we de hoge Alpen-passen over moeten.
Voordat we de zware Reschenpas (1520m) over trekken, bezoeken we eerst het mooie dorp Glurns.

De Reschenpas is, alhoewel één van de laagste Alpenpassen toch vrij pittig vanaf deze kant met een hellingspercentage van 19% naar Burgeis. Halverwege verlenen we nog eerste hulp aan een Duitse jongen, die bij de afdaling een crash in de afgrond maakte, gelukkig bleef de schade beperkt tot kapotte kleding en veel schaafwonden.
Gelukkig fiets je hier over een apart fietspad ver van de autoweg, maar een flinke tegenwind maakt de tocht tot een zware opgave voor ons. Als het bovendien boven begint te miezeren en de temperatuur naar zo'n 8°C zakt, wordt het een hellegang. We fietsen echter door een prachtig bos langs een prachtig fietspad aan de rustige zijdevan de idyllische Haidersee en de grotere Reschensee. Eenmaal boven schuilen en eten we wat bij de ski-lift van Reschen om weer een beetje op temperatuur te komen. Men schijnt hier een fantastisch uitzicht op het Ortler massief te hebben, dat hier majestueus uittorent boven de Reschensee. Ons zicht wordt echter beperkt door zware wolkenpatijen en regen. De Reschensee ontstond in 1950 door de aanleg van een stuwdam. Voor die tijd waren het uitgestrekte alpenweiden, met het dorp Graun dat hierdoor onder water is verdwenen, alleen de veel gefotografeerde kerktoren steekt nog boven water uit.
Als we even later de pas over zijn en weer in Oostenrijk breekt de zon even door en zetten snel de tent op in een alpenwei met zicht op Nauders.






kasteel in Nauders
Na Nauders moeten we nogmaals klimmen met slechts 7% naar de Norbertshohe om daarna via vele haarspeldbochten af te dalen naar Zwitserland, waar we  langs de hier woeste Inn rijden, die zich hier door een smalle kloof dringt.
Aan de andere kant van de rivier ligt Oostenrijk, waar zich hoog tegen de bergwand de snelweg is uitgehouwen met veel tunnels en galarijen. Spectaculair om te zien! 10km verder komen we alweer in Oostenrijk.

 Na Landeck wacht ons de Arlbergpas,(1793m) maar aangezien het regent en de pas onzichtbaar is door een donker wolkendek, besluiten we een stuk te smokkelen en de trein door de 14km lange Arlbergtunnel te nemen. Als we aan de andere kant in Langen uit de trein stappen is het koud en giet het, wij trekken al onze warme- en regenkleding aan, die we bij ons hebben, alvorens aan de gevaarlijk afdaling te beginnen.
We kunnen in dit weer niet echt van het prachtige landschap genieten en volgen het Klostertal naar Bludenz. De volgende dag is het gelukkig beter weer en via het mooie stadje Feldkirch bereiken we de Bodensee.




We volgen de fraaie rondweg langs het meer en rijden nog even door de toeristen massa op Lindau-Insel.

Bij Friedrichshafen zijn we in Duitsland aangekomen en na Mengen volgen we de mooie Donauroute.




In de Duitse deelstaat Baden-Württemberg liggen vele historische plaatsen met als hoogtepunt de  bijzonder fraaie stad Sigmaringen met het mooie slot, zeer de moeite waard om te bezoeken.










Dicht bij Tubingen ligt het mooie vestingstadje Bebenhausen met vele vakwerkhuizen en een klooster. 










In Weingarten geeft een locale fietser ons een tip om lekker en goedkoop te eten. Op het terras bij de slager loopt het inderdaad storm en staan 10tallen mensen in de rij en krijgen we voor €4,50 een overheerlijke maaltijd van goede kwaliteit. Een goed concept, want de zaak loopt als een trein.








In Bruchsal ligt het indrukwekkend barokke Schloss. Het slot is het middelpunt van een geweldig complex, waartoe wel vijftig gebouwen behoren. Het geheel werd gebouwd tussen 1720 en 1760.









Het is ondertussen eind juli en hoogseizoen. De camping aan de Sankt-Léon See is dan ook overvol, dus rijden we maar verder tot we even verder in het bos een verlaten schuilhut vinden, waar we de nacht doorbrengen.

In Ladenburg houden we een lange lunchpauze en slenteren wat langs de overvolle terrasjes en door de sfeervolle straatjes en duiken even later met dit heerlijke weer in de Waidsee..





 In Lorsch eten we nog een ijsje en komen een vrouwelijke en mannelijke politieagent een praatje maken als ze onze afgeladen fietsen zien.
Het is de droomwens v.d. mannelijke agent om op ook deze wijze een paar maanden rond te trekken en wil alles van onze fietsen weten. Hij moet echter jammergenoeg nog 10 jaar werken en ik wens hem cynisch nog veel sterkte.









We volgen de ons bekende Rhein-route vanaf het pontje bij Nierstein, langs Mainz en Koblenz, waarna we bij Remagen landinwaarts klimmen naar Duren, waar we de mooie Rhurroute volgen. Hier krijg ik nog een lekke band door een totaal verteerde achterband, improviserend met plakkers en een stuk plastic weet ik de zaak te repareren en hoop hiermee Nederland te halen.

We vinden nog een laatste rustige kampeerplek aan een meertje in de buurt van Hilfart, waarna we de volgende dag bij St. Odilienberg na 2 maanden onderweg te zijn geweest en 3200km op de teller, Nederland weer inrijden.

        "Wie de toekomst als tegenwind ervaart,
                     fietst de verkeerde kant op !"


https://picasaweb.google.com/lydiabert/FietsvakantieNaarSlovenieJuniJuli2011

1 opmerking:

  1. Wat een leuke reis,
    Gaan jullie deze zomer nog wat doen.

    Ik ga naar belgie!

    BeantwoordenVerwijderen