Het volgt de kust maar draait ook enkele malen het binnenland in. Onderweg worden talloze oude Lycische ruïnes gepasseerd, vandaar de naam Likya Yolu of
Lycian Way.
Antalya |
Vanuit het fraaie Atatürkpark in Antalya kan je reeds de Lycische kust en bergketen zien van het Taurusgebergte met de besneeuwde toppen van o.a. de Olympusberg of de Tahtalıi Daği (2365 m hoog).
We relaxen eerst 2 dagen aan de grillige kust van Ölüdeniz en wandelen over het bijzonder fraaie schiereiland aan één van werelds mooiste azuurblauwe baaien om wat in te lopen. Een flinke klauterpartij leidt ons naar een schitterend uitzicht over deze "bleu lagoon".
Na deze mentale opkikker in deze paradijselijke omgeving zijn we er helemaal klaar voor om onze tocht langs de steile, grillige kust te beginnen en stijgen langzaam boven de baai van Ölüdeniz uit en zien ons droomstrand als een ongeschonden stuk natuur onder ons liggen.
Het volgende lustoord biedt zich aan bij het dorp Faralya, de "butterfly valley", deze vlinderkloof ligt diep beneden ons met een uitnodigend mooi strand. Wij overnachten bij het guesthouse "George House" dat op een klif boven de rand van de diepe ‘Vlinderkloof’ balanceert. De bijzonder gastvrije familie serveert voor 2,50€ de beste turkse maaltijd met 10 verschillende gerechten van heel de route, daarna genieten we nog na van een schitterende zonsondergang in ons tentje op de rand van de kloof.
De uitnodigende beach diep beneden ons kunnen we niet weerstaan en besluiten af te dalen langs touwen in de kloof, die je anders alleen per boot kan bereiken.
De klauterpartij is meer dan de moeite waard, we vinden hier een eldorado van rust met een ongekende variatie aan flora. Het schijnt dat hier in dit micro-klimaat alle vlindersoorten van Middellandse zee gebied, zo'n 650 soorten voorkomen.
Als we weer afscheid nemen van de zeer gastvrije turkse familie, krijgen we nog een soort diploma voor de klauterpartij mee en een heerlijke turkse pizza voor onderweg. Langs hoge kliffen en velden met een kleurig bloementapijt bereiken we na een afdaling over een met naaldbossen bedekte berghelling het dorpje Kabak.
We dalen verder af naar de afgelegen en verlaten Kabak-beach met de restanten van een houten hutje, een ideale plek om een Robinson Crusoe gevoel te ervaren!
Een lange klim leidt ons door een schaduwrijke kloof tegen de helling van de bergrug van Karadag. De inspannende klim naar de kam die 700 meter boven zee uit rijst wordt beloond met een schitterend uitzicht op de baai van Kara en de Zeven kapen, die langs deze kustlijn in zee steken. Onderweg spoelt Lydia nog even het zilte zeewater van zich af.
De waterbronnen moeten we delen met wat berggeiten en ook ons oude brood gaat er bij hun wel in! Bij Alinca aangekomen is de route erg moeilijk te vinden en loopt langs zeer smalle gevaarlijke afgronden, bij regenachtig weer zeker niet aan te raden!
Bij Boğaziçi verlaten we de Lycian way voorlopig en trekken we het binnenland in om daar wat bezienswaardigheden te bezoeken. Het pad loopt over een saai stoffig pad en het is bovendien snikheet. Als er een boerenfamilie op een tractor voorbij komt is de keuze gauw gemaakt en springen achterop.
Bij de snelweg aangekomen nemen we een dolmus busje naar Günesli. In de hitte lopen we omhoog naar de oude ruïnestad Tlos. Gelukkig krijgen we halverwege een lift in een oude Renault, waarvan de chauffeur de eigenaar blijkt te zijn van het plaatselijke restaurant. We zijn de enige toeristen hier, dus wordt er flink uitgepakt door de uitbater van het restaurant en wordt er een heerlijk diner uitgeserveerd met verse forel en worden echt verwend met allerlei lekkere hapjes. Tlos ligt schilderachtig op een heuveltop bekroond met een vervallen Ottomaanse burcht en telt, naast een rits rotsgraven, ook overblijfselen van enkele sarcofagen, een oud stadium, thermen en een toch behoorlijk bewaard Romeins amfitheater met 34 rijen zitplaatsen.
De zoon van de uitbater leidt ons door resten van deze oude nederzetting, die fragmentarisch verspreidt liggen over een ongerepte, brede bergflank en doodt tussen neus en lippen door nog even een grote zwarte slang van een meter lang met een grote steen. Wie zich de moeite troost om rond te struinen, ontdekt naast een theater en tempelresten schitterende tempelgraven en een rotswand met vele tientallen grafnissen. Het lijkt net een immense duiventil.
Nadat we afspraak hebben gemaakt om de volgende morgen te komen ontbijten, zetten we onze tent midden tussen de overblijfselen van de tempel (annex badhuis, 2000jr.v.Chr.) met schitterend uitzicht over de Kemervallei onder ons en het Taurusgebergte in de verte.
Na wederom een uitgebreidt ontbijt verwachten we een fikse rekening te moeten betalen voor deze ongekende gastvrijheid, het blijkt echter een schijntje te zijn en worden bovendien weer met de auto terug gebracht naar Günesli.
Eenmaal in de door water gebeeldhouwde kalkstenen muren van de canyon stijgen de wanden hoog boven je uit en wandel je langs de tegen de wanden gebouwde stellage's, waar een wilde rivier aan de voet van de 3024 meter hoge Ak Daglari in uitmondt. Saklıkent is een canyon van ongelooflijk mooie, mystieke en fascinerende schoonheid.
Ik doe nog een poging om tegen de sterke stroom in de kloof verder te verkennen, maar ik word steeds terug geworpen door de woeste stromingen en tegen de rotsen gesmeten. Dus berust ik in m'n lot en houden we een lange siësta in een afgetakte zijstroom van de woeste rivier, waar je op idyllische drijvende restaurantjes heerlijk kan relaxen onder het genot van de plaatselijke lekkernijen in een exotische en oriëntaalse sfeer.
We genieten volop, maar het is is ondertussen zo laat geworden, dat er geen dolmus busjes meer rijden, maar een lieftallige dame van het restaurant regelt voor ons een lift met een safarie-jeep met Duitse toeristen, die ons 25km verder afzet bij Xanthos, waar wat oude opgravingen te vinden zijn. Hier trachten wij de Lycian way weer op te pikken, maar verdwalen hopeloos en proberen een pad te vinden tussen pijnlijke distelstruiken.
Twee joge geitenhoeders wijzen ons de juiste richting naar de kust, waar we aangekomen in het rustieke Kalkan, heerlijk genieten aan het strand. In de buurt vind je de 18km lange.ongerepte zandstranden van Patara, waar enorme schildpadden hun eieren leggen.
Het verderop gelegen vissersplaatsje Kas is een nog authentiek turks dorp met oude huizen met rijkelijk versierde houten balkons, maar wel erg toeristisch.
Alhoewel de hoogteverschillen hierna niet erg groot zijn, is het toch lastig wandelen over de rotsige kliffen en laag struikgwas. Het pad leidt ons langs 2 oude rotsgraven naar de rustige baai van Liman Agazi.
De ruige kalkstenen ondergrond vergt veel concentratie om over voor te bewegen, het pad blijft onverminderd lastig met veel hindernissen. Een mooi smal paadje voert ons langs de kustlijn naar beneden. Een prachtig afgelegen strandje wacht op ons. We overnachten in één van de verlaten huisjes met mooi terras en uitzicht in het gehucht Ufakder, Het bestaat uit niet meer dan 3 vervallen huisjes en een stenen waterreservoir voorzien van emmers met een lang touw aan het hengsel, meer hebben we niet nodig in deze paradijselijke omgeving.
Met een emmer hijsen we roodachtig water uit de put, we vertrouwen het niet helemaal en zuiveren het met wat tabletten. Maar tegen de avond komt er een vissersbootje langs varen met een gezin, die weliswaar geen verse vis hebben, maar we krijgen wel vers water.
Er volgen nog verschillende mooie baaien, waar we heerlijk een duik in zee nemen, waarna we een stuk landinwaarts omhoog moeten naar Apollonia met 2 kasteelruïnes. Onderweg krijgen we van een rondtrekkende bedoeïnenfamilie met slechts een paar geiten een heerlijk ontbijt aangeboden. Een weigering wordt niet geaccepteerd, en we moeten op de grond plaatsnemen. Op een vuurtje wordt thee gemaakt, brood, kaas en een ei komen te voorschijn. Communicatie is moeilijk met de weinige turkse worden die ik spreek, maar de gastvrijheid grenst vaak aan het ongelooflijke in Turkije, we geven ze een aalmoes om ons geweten te sussen. Want hoe sober wezelf ook reizen, we voelen ons toch wat ongemakkelijk met de armoedige omstandigheden waaronder deze mensen moeten leven.
Wederom afdaling naar de kust van Aperlae over een mooi pad met oude ruines en graftombes, maar bezaaid met grote distels, die Lydia's kuiten pijnlijk teisteren.
Als we uiteindelijk door over een vlak stuk sahara lopen in de verzengende hitte, komen we uit in de idyllische Quay baai met een gezellig visrestaurantje. Na eerst een verfrissende duik genomen te hebben, genieten we van een heerlijke vismaaltijd.
We raken in gesprek met twee Duitse echtparen, die hier met hun zeiljacht gekomen waren. De mannen hadden ook graag altijd dergelijke trektochten gemaakt en waren erg geinteresseerd in onze ervaringen. Of het uit meelij komt met de bebloede kuiten van Lydia weet ik niet, maar ze nodigen ons tenslotte uit om mee te varen naar Üçagiz op hun zeilschip buitengaats. Dat buitenkansje laten we ons niet ontgaan en schepen in op hun jacht. Onder het genot van een drankje en een hapje genieten we volop van deze luxueuze boottrip.
In het schilderachtige Üçagiz nemen we afscheid van de zeilers en plunderen de plaatselijke supermarkt, nemen nog even een verfrissende duik en dineren in een restaurant. In het donker zoeken we nze tent op,die we al eerder boven het stadje hadden geinstalleerd bij de kasteelruïne van Teimiussa, uitkijkend over de baai.
De route wordt steeds minder geaccidenteerd en loopt langs kasteel Simena en verspreidt liggende antieke graftombes om tenslotte uit te komen bij het "boathouse.
Het is een restaurant annex bar voor toeristen op zeiljachten in de zomer, aan de mooie Kamislik baai gelegen, waar fraai traditioneel gebouwde houten "gulets" liggen afgemeerd. Maar het is er nu vrijwel uitgestorven. We zijn de enige gasten en drinken en zwemmen wat. We willen hier eigenlijk de boot naar Kale nemen, maar blijkt zo vroeg in het seizoen nod niet te varen.
Dus zetten we er weer stevig de pas in tot we bij het rustige strand van Cakil Plaji komen en daar bivakkeren en weer eens een eigen gemaakte maaltijd van ons noodrantsoen uit de rugzak toveren.
De volgende dag komen we in de lelijke stad Kale aan en bezoeken nog in Myra de St. Nicholas Church. Vanuit Kale vertrekken we metruïne de bus naar de, aan de oostkust liggende klassieke ruïnes van OLYMPOS, waar een hoop backpackers onderdak vinden in boomhutten.
Door een fraaie kloof lopen we langs de legendarische resten van het oude Olympos, naar het strand van Çirali.
In het dorp Çirali vinden we onderdak in de tuin van een pension bij een gastvrije turkse familie, waar we gezamenlijk van de uitgebreide huismaaltijd genieten.
Onze laatste dag besteden we met luieren op de paradijselijke Çirali beach in een werkelijk wonderschone omgeving met het oude Olympos op de achtergrond. En aan de andere kant de statige Mount Olympos of Tahtali Dagi op z'n Turks. (2366m hoog)
Voor een vervolg van de LYCIAN WAY,
zie deel 2 in sept. 2004
geluk is de weg!"
klik op onderstaande link om alle foto's te zien:
https://picasaweb.google.com/lydiabert/TURKIJERugzaktrekkingLycianWay1
Geen opmerkingen:
Een reactie posten