woensdag 6 mei 2009

Fietsvakantie door Frankrijk

 Wat bezielt iemand om 3 maanden lang te gaan fietsen, door regen en wind. Over heuvels en door dalen, in voor- en tegenspoed. Ons trekt de vrijheid om zonder vaste bestemming of tijdslimiet midden in moedertje natuur op een mooi plekje je tent op te zetten en te genieten van de rust. Het ongewisse avontuur, wat de volgende dag zal brengen en waar we terecht zullen komen is de ultieme uitdaging van dit nomaden bestaan.







Met als motto: "kamperen is leuk, zolang het maar niet op een camping is" . Behalve natuurlijk als je eens om de zoveel tijd een douche nodig hebt, dit merk je gauw genoeg als toeristen met een walm van parfum om zich heen met een grote boog om je heenlopen.


Dus vertrekken we begin mei met goed fietsmateriaal, Lydia op haar 2jaar oude Bergamont Vagonda Platinium en ik op m'n net 2de hands aangeschafte IDWORX off Rohler (beste vakantiefiets van het jaar 2010, volgens het ANWB blad Op Pad Outdoor)
De vorige tot vakantiefiets omgebouwde Red Bull MTB was met zware bepakking te onstabiel om met hoge vaart van de bergen af te roetsen.
We volgen in grote lijnen op de heenweg de fietsroute uit het boekje van Amsterdam naar Barcelona van Paul Benjaminse een zeer fraaie route over rustige landschappelijk mooie weggetjes. 
http://www.cyclingeurope.nl/barcelona/overzichtskaart

Schotse Hooglanders bij Dorst N.B.


















De eerste legale wildkampeerplek is op een z.g. paalcamping bij Dorst in Brabant (mooie plekken in de natuur, waar je max. 3 dagen mag staan onder spartaanse omstandigheden met slechts een waterpomp, voornamelijk in Brabant). We lunchen onder de nieuwsgierige blikken van een kudde Schotse hooglanders, die op een gegeven moment iets te vrijpostig en opdringerig werden en er met onze lunch vandoor dreigden te gaan.











Als in de Ardennen voorbij Dinant bij Walzin de eerste bulten opdoemen, dreigt de nog niet warm gedraaide Lydia met huiswaarts keren. Maar éénmaal bij het mooie chateau de Veves en het nuttigen van een stevige lunch, keert de reislust terug.

Het historische dorpje Celles is zeker met het mooie voorjaarsweer een bezoek waard. Als we echter naar Houet zijn afgedaald en een mooie kampeerplek hebben gevonden aan de Lesse, slaat het weer plots om.  Ook de volgende dag plenst het nog, soms hard, soms zacht, maar in ieder geval non-stop. Gestaag is het goede woord, zodat we noodgedwongen een rustdag inlassen. En vermaken ons bij het stationnetje/annex VVV van Houet waar we gratis mogen internetten en lezen wat, want hier binnen is het lekker warm. Zo vroeg in het voorjaar kan het in de Ardennen nog behoorlijk fris zijn en de temperatuur is dan ook 's nachts maar net boven het vriespunt.
Het weer blijft onbestendig, maar we trekken toch verder en vinden bij Porcheresse een mooie plek om de tent neer te zetten.







Vlak voor de grens naar Frankrijk bij de Abdij van d'Orval merken we dat we dat we op de route naar het bedevaartsoord Santiago de Compostella (St. Jakobsroute) zitten, want we ontmoeten daar twee ned. wielrenners, die onderweg bij verschillende religieuse pelgrimsplaatsen een stempel moeten halen als bewijs van voltooiing van hun spirituele trip.We fietsten hier door velden met koeien en schapen, en door piepkleine dorpjes. Heel landelijk en rustig allemaal.

Toul



Door het Maasdal naar Verdun en door het bos naar Toul aan de Moesel. Verdun is trouwens een erg mooie stad. Wel kan het je hier amper ontgaan dat deze regio het zwaar te verduren heeft gehad in diverse oorlogen; er zijn met name veel gedenktekens voor slachtoffers van de tweede wereldoorlog.




We volgen nu het heerlijk vlakke jaagpad langs de Moesel naar Tonnoy, waar de teperatuur ondertussen lekker is opgelopen naar 24 °C.
In de Vogezen aangekomen volgen we het canal de l'est de Vosges, een aangename 30 km lange vlakke route langs het kanaal met nog vele  handbediende sluizen tot Fontenoy-le-Chateau. Hierna volgt een zwaar heuvelachtig terrein tot Melancourt, maar eenmaal bij Port de Saone aangekomen mogen we weer langs de gelijknamige rivier rijden naar Gray. Iets verder bij de sluis van Apremont zetten we de tent neer, waar de temp. ondertussen is opgelopen naar 30°C.


Onderweg komt er een Franse wielrenner naast me rijden om een praatje te maken en als ik vraag of er in het volgende dorp een bakker is, maakt hij mij er op attent dat het Hemelvaartdag is en alle winkels gesloten zijn. Gelukkig vinden we in Talmay toch een bakker die open is en daarom goede zaken doet.
We ervaren dat de bakkers in Frankrijk eigenlijk 7 dagen in de week open zijn en we elke dag verse croissants kunnen eten. We hebben vandaag een gigantisch eind gefietst. Het ging vandaag "als een trein," kun je wel zeggen, maar dan op de fiets natuurlijk! In St. Nicolaas passeren we de 1000 km grens en is het tijd om dat te vieren in het perfecte restaurant van de camping in Beaune, waar we een heerlijke "boeuf Bourgonjon" verorberen.

Beaune is een historische stad met vele middeleeuwse bouwwerken rond de stadskern, omgeven door stadswallen met zware verdedigingswerken.
De belangrijkste bezienswaardigheid van Beaune is de in 1443 in opdracht van Nicolas Rolin gebouwde Hôtel-Dieu .



Buxy





 Buiten Beaune beginnen de wereldvermaarde wijngaarden met de beroemde Bourgondische Grand Cru wijnen, met mooie plaatsjes zoals Meursault, Chagny.  Na Givry begint de z.g. "Voie Verte"een oude 40 km lange spoorbaan naar Cluny, nu tot fietspad omgetoverd. Bij Buxy is het even zoeken naar het vervolg van deze route en iets verder bij het op bij het oude stationnetje van St. Gengoux vinden we leuke kampeerplek.
St. Gengoux










Na de mooie stad Cluny, begint een deel met veel klimwerk naar Col de la croix d'Auterre onder tropische temperaturen van 35C.  Gewoon een lage versnelling inschakelen en doorploeteren maar. Hersens op nul, blik op oneindig, je kent het misschien wel.




 Na de afdaling naar Gibles, waar volgens  de beschrijving een zeer mooie kasteelcamping moet zijn. We vinden echter geen bordjes naar het chateau, maar na enig zoeken vinden we hem toch, maar blijkt nog gesloten te zijn!  Achter in de tuin is de hele familie aan het diner en na een praatje met Michele de eigenaar, die het sneu vond om ons als fietsers weer weg te sturen, mogen we een plek uitzoeken op z'n prachtige landgoed met uitzicht op het diep onder ons gelegen dal. Daarna opent hij speciaal voor ons nog een appartement in het kasteel, waar we mogen douchen en van het toilet gebruik maken.


Chateau la Clayette
Als we de volgende dag vertrekken, mogen we onder geen beding iets betalen! Zo'n gastvrijheid kom je in Frankrijk niet vaak tegen!    


Als we weer wat afdalen komen bij het meertje van Curbigny bij het fraaie Chateau la Clayette, waar we uitgebreid lunchen.

De hitte speelt ons aardig parten en bij het mooie Chateauneuf bij de kerk en kasteel houden we een lange siësta. Althans Lydia valt in een diepe slaap, terwijl ik het hoger gelegen kasteel bezoek. Maar na een heerlijke lunch met verse aardbeien met kwark, bestijgen we onze ijzeren(tegenwoordig aluminium of carbon) rossen weer.








Via Charlieu met mooie abdij, richting Pouilly, waar we het Loiredal in rijden. Na de onaantrekkelijke stad Roanne fietsten we over de grote dam in de Loire, en kregen we na een flink stuk stijgen ook prachtige uitzichten over de Gorges van de Loire.




We zitten nu westelijk van van Lyon in de heuvelachtige Auverne. Na Noirétable volgt dan ook een pittige klim, maar vandaag hadden we allebei "de benen niet," misschien vanwege al die felle klimmen meteen in het begin; het gaat maar moeizaam. Alle gebruikelijke pijntjes worden pijnen. Bovendien begint Lydia steeds meer zadelpijn te krijgen, ondanks het nieuwe Terry zadel. Maar het gevoelige achterwerk voelt rauw aan en is erg pijnlijk.  Aan één kant maar weleens goed, want dan voelt ze ook eens wat ik altijd meemaak, ondanks het uitproberen van vele zadels. Het ouderwetse leren Brooks zadel bevalt mij na al die probeersels nog het beste.We moeten voor Lydia toch maar weer terug naar een gel zadel, want daarvoor heeft ze nog nooit last gehad van zadelpijn.


Maar na St .Pierre volgt een fabuleuze afdaling van zo´n 25 km naar Ambert, zodat alle pijntjes snel vergeten zijn.

Bij de lunch in Bonneval krijgen we weer gezelschap van een stel uit Enschede, die we al eerder ontmoet hadden en dezelfde route als wij rijden. Ze rijden allebei op een Vittorio met Rohloffnaaf, maar omdat die van hem nauwelijks nog schakelde, waren ze naar een plaatselijke fietsenmaker geweest. Die eerst niets van een rohloff met een excentrisch bottom bracket begreep, besloot dan maar 2 schakels uit de ketting te halen. Omdat dit natuurlijk geen verbetering had opgeleverd, heb hem ik aangeraden maar snel een nieuwe ketting te halen.
Polignac
Na deze technische pietpraat vervolgden we na dit oponthoud gezamenlijk onze weg en wel een zeer stevige klim naar 1100 m.


In la Chaise Dieu bezoeken we nog het mooie klooster, waarna we langs Polignac naar Le Puy-en-Velay fietsen.
We zetten de tent op de camping van Le Puy-en-Velay, een buitengewoon mooie pelgrimsstad ten zuid-oosten van het Massif centrale ( Auvergne ).


Le Puy-en-Velay


We waren hier zo´n 30 jaar geleden al eens geweest, maar het is zeker geen verzoeking om de 134 treden wederom te beklimmen naar de ingang van de Cathédrale de Notre-Dame. Ook de beklimming van de 268 in de rots uitgehakte treden naar de Chapelle Saint-Michel-d’Aiguilhe kapel op een 80 meter hoge basaltrots is de moeite waard. Vanaf de rots heb je een fenomenaal uitzicht, maar is vandaag in de hitte iets teveel van het goede. 








 






Na deze culturele reis in het verleden van Le Puy-en-Velay, vinden we weer een heerlijk 15 km lang spoorwegtracé door 5 lange donkere tunnels naar Solignac en dalen dan weer snel af naar een woest stukje natuur in de kloof van de Loire.
Aan de andere kant van de Loire wacht ons echter weer een zeer lange en zware klim, waar we zo laat op de middag geen energie meer voor hebben, dus dan maar kamperen op deze prachtige plek langs de Loire.




Loire bij Solignac




















Goudet
Maar de volgende dag moeten we er toch aan geloven, aangezien het Pinksterweekend nadert en we wat voedsel moeten zien te scoren.
Met pijn is ons hart verlaten we deze goddelijke 5sterren plek om ons aan de 10 km lange klim te wagen naar 1000m hoogte naar St. Martin de Fugères. Dit wordt afzien, omdat we bovendien op een stevige tegen wind getracteerd worden, die zo sterk is dat we zelfs bergafwaarts flink moeten doortrappen. Als we eenmaal afgedaald zijn in het mooie dal bij Goudet geven we de pijp al na 15 km aan Maarten. Ten eerste omdat het hier zo mooi is, maar bovendien zal er de eerste 35 zware klimkilometers geen kans op fouragering te vinden zijn. Dus peuter ik bij een particulier in Goudet een brood los, zodat we in ieder geval kunnen lunchen en besteden de rest van de dag aan het luieren langs de mooie meander van de Loire.
We doen ons uiterste best om regelmatig te internetten, maar dit is geen erg toeristisch gebied, en de meeste mensen kijken je op de vraag naar een internet café ongeveer zo aan als de koeien in de wei.




Het is vandaag eerste pinksterdag en tevens de grote uitdaging om de zwaarste dag naar het zuiden door de gorge de Loire te volbrengen. Na een paar uur stevig klimmen, bereiken we met zeer zware tegenwind St. Paul op het op 1241m. hooggelegen plateau met een weids panorama., tevens het hoogste punt van onze tocht naar het zuiden. Na deze uitputtingsslag volgt na Langogne een grote afdaling van 40km (!) naar de vlakte beneden door een prachtig Nationaal Park. Tussen de dennenbossen door, met ruwe steile rotsen om ons heen. Het landschap is hier echt heel wild, . Hier en daar zo ongeveer verlaten dorpjes, met een paar ruines van huizen. In Pradelles vinden we grote boucheterie, waar we toch nog eiereren, ham, kaas en lamskoteletten kunnen inslaan en wat verder in het verpauperde Langogne zijn we erg blij met de altijd werkende bakkers! Nog een klimmetje naar het Lac de Naussac en we kunnen de tent weer neerzetten. 



Pied de Borne
Pied de Borne
Les Salelles bij Le Vans



Bij la BastidePuylaurent in de Languedoc Roussillon dalen we de zeer smalle D151 af de fraaie kloof in. De weg door het dal van de Chassezac wordt steeds mooier als we Pied de Borne  naderen, waar we lunchen. Na een hele tijd in de remmen te hebben gehangen en hoog boven rivieren, door prachtige kloven, te hebben gefietst, zien we vlak voor Les Vans beneden ons bij de rivier mooie kampeerplekken. Met moeite vinden we na wat zoeken een weggetje  naar beneden bij les Salelles(Ardeche/Chevenes).
 
 
In Les Vannes vinden we eindelijk  een internetaansluiting in een kroeg, hier bereikt ons het grote nieuws dat onze dochter Elisa zwanger is van onze eerste kleinzoon. We voelen ons helemaal euforisch door dit bericht en  fysiek gesterkt om met een felle klim boven de stad uit te komen met een schitterend uitzicht over datzelfde stadje. In Gagnières vieren we het bericht op een terrasje met een biertje en een grote coup ijs.
Voorbij St. Ambroix nog een paar super venijnige klimmetjes, waarna een vrij saai gedeelte volgt.
In St. Hyppolyte-du-Fort vinden we bij wat sportvelden een lekkere vlakke kampeerplek. 's Nachts worden we gewekt door een vreemde regenbui, die om de paar minuten over de tent raast. Als ik m'n hoofd eens buitenboord steek, blijkt de automatische sproei-installatie de schuldige te zijn! Je moet ook overal op letten bij wildkamperen!
Omdat de weg naar Montalieu is afgesloten, moeten we een omweg nemen door Gorges de l'Herault , wat niet echt een straf is, gezien de schoonheid van dit natuurwonder.
We volgen de weg boven de rivier l'Herault, en vervolgens suizen we naar die rivier toe, waar bij een hoge brug een paar jongelui elkaar opjuinen om er af te springen! Een jong meisje springt er roekeloos en zonder angst van af, terwijl een vriendje met knikkende knieen boven staat te twijfelen. Een leuk schouwspel en omdat het hier zo mooi is, zoeken we langs het water een rustige plek om te kamperen.




mooie kampeerplek in de gorges de l'Hérault












Iets verder in de kloof ligt het schilderachtige St. Guilhem-le-Désert tegen de bergwand aangebouwd, "een van de mooiste dorpjes van Frankrijk."   De abdij is gesticht anno 804, waar echter alleen de klokketoren uit de 15de eeuw nog is overgebleven.


St. Guilhem-le-Désert









pont du Diable
Bij pont du Diable houdt de kloof op en  fietsten we 's middags vooral  door de wijngaarden van de Languedoc/Roussillon.





In Pézenas vinden we een camping, die ons niet echt aanstaat, maar gaan er bij gebrek aan beter toch maar staan. De stad is echter zeer de moeite waard met gezellige smalle winkelstraatjes. In het park staat nog een leuk beeld van Molières. Hier vinden we in een sportzaak een gel-zadeldekje om Lydia´s billen een beetje te ontlasten!


We ontmoeten hier ook een mede wereldreiziger op de fiets, die zo te zien al iets langer onder weg is.








En na een vlakke route verder langs de rivier de Hérault staan we rond de middag, met 1800 km op de teller, op het strand van de Middellandse Zee, bij Vias Plage! Toch weer een hele prestatie!
Even denken we dat we aan de spaanse costa´s staan met pretparken, vreettenten, kartbaan en pretparken, dus vertrekken weer snel.







Iets verder begint er een werkelijk schitterend vlak stuk,
westwaarts fietsen we langs het Canal du Midi. In Beziers kijken we hoe schepen door een hele serie sluizen gaan en hoe het kanaal de rivier de Orb kruist. Erg leuk om te zien.






Na het Canal du Midi volgt een vrij saai gedeelte en bij St.Andre de Roquelonque lunchen we op een oude begraafplaats met fraaie oude graftombes. Op begraafplaatsen en kerken kun je namelijk vrijwel altijd water tappen. Bij Ripaud volgt verrassend genoeg nog een mini kloofje.






Durban-Corbieres



Na een klein klimmetje naar de Col d'Extreme (?waarom deze zo heet begrijp ik niet, want zo extreem is hij niet)), krijgen we een lange afdaling naar de camping in Tuchan met op de achtergrond de besneeuwde toppen van de Pyreneeën. We buigen af naar het zuiden, en ineens lijkt het net of we in Spanje zijn! Catalaanse naambordjes langs de weg, droge rode grond, alles ziet er hier ineens anders uit.



De camping in Tuchan lijkt gesloten, maar is wel toegangelijk en er staan wat caravans, dus besluiten we er ook maar te gaan staan. Zelfs kunnen we hier nog een koude douche nemen, maar met een temperatuur van 32°C is dat niet echt een probleem. Omdat de Barcelona route hier voor ons ophoudt, sluiten we in dit mooie dorp een rustdag te nemen, alvorens de Pyreneeën in westelijke richting in te trekken. Het laatste stuk naar Barcelona is namelijk niet echt te fietsen, aangezien je langs de smalle, drukke kustweg moet. Het routeboek geeft dan ook aan beter de trein te nemen langs de spaanse kust.
Cucugnan
Onze keuze om de zware Pyreneeën route in te rijden, is geen verkeerde keuze geweest, want het berglandschap neemt ineens een betoverend mooie wending en beide kijken we dan ook ademloos om ons heen. We rijden op weggetjes, die nauwelijks op de weg staan aangegeven. Op een heuvel gebouwd, ligt het mooie dorp Cucugnan, waar we heerlijk van een lunch genieten bij een spaanse molen.









Gorges de Galamus




Na wat klimmetjes komen we in de Gorges de Galamus en hoog boven de rivier fietsen we in de hitte door de kloof. Jaloers kijkend, zien we diep beneden ons, wat canyon-gangers in het koele water ploeteren.






Lavagnac
Het landschap blijft onveranderd prachtig, al ben ik misschien wat bevooroordeeld, omdat ik altijd al een liefde voor bergen heb gehad, maar het brengt me nog steeds in vervoering!



Het weer slaat hoog in de bergen plots om en het begint te miezeren  en voelt met 18°C zelfs koud aan. Maar in Lavenalet vinden we in een park een tentplekje met een overdekte picknickplek, waar we 's avonds in ieder geval droog kunnen eten.


De volgende dag is het echter ineens weer het andere uiterste en met 38°C rijden we naar het mooie, maar zeer drukke Foix.
Foix


Via zwaar klimwerk naar Darnac en Alzen volgt een spectaculaire afdaling over een smalle weg met haarspeldbochten door een mooi bos met watervalletjes.
Beneden aangekomen zien we een mooie camping met uitnodigend zwembad, dus vandaag maar eens luxe voor de verandering.


Vanaf St. Girons gaan we via de Gorges de Ribaouto naar het pitoreske bergdorpje Seix.
Seix











Het weer blijft erg veranderlijk en een zwaar wolkendek ontneemt ons het uitzicht op de bergen. Via Saint Lizier een bisschopsstad met een prachtig romaans klooster in departement Ariège,  komen we met een venijnig klimmetje in Montrejeau aan en zetten de tent langs de rivier de Garonne.


Na kasteel Mauzerin volgt een steile afdaling, vanzelfsprekend wederom gevolgd door een lastige klim naar een plateau, waar we ons via een saaie weg met verschillende klimmetjes onder dreiging van een onweersbui en wat regen, uiteindelijk naar beneden storten, Bagnères-de-Bigorre tegemoet.


De volgende dag bereiken we Lourdes, de grootste katholieke bedevaartplaats en pelgrimsoord in departement Hautes-Pyrénées. Op m'n rugzaktrekkings naar de Pyreneeën, ben ik er op doorrreis al tweemaal eerder geweest, maar heb nooit de behoefte gehad om de kathedraal te bezoeken.
Lourdes
Deze keer is het niet al te druk en begeven we ons onder de bedevaartgangers op zoek naar de heilige grot van Massabielle, waar Bernadette in het jaar1858 de verschijning  van de heilige maagd Maria ziet.




Alles draait om "El Camino", zeggen de bedevaartgangers naar Santiago de Compostella. Het gaat niet om het reisdoel maar om de weg ernaar toe. Het doel ligt immers in de toekomst, terwijl de weg altijd hier-en-nu is, dus begeven we ons onder horde bedevaartsgangers om ons door geweid water te zegenen voor een goede afloop van onze reis.


Na onze pelgimstocht gaan we via de mooie D739 langs de grotten van Betharram en de Notre Dame van Lestelle-Betharram via een lange zware klim in de miezerregen naar Louvie-Juzon. Uitgeput vinden we vlak voor het dorp op de top van de berg een vlak stukje in het bos om de tent neer te zetten. De volgende dag ontdekken we 500m over de top een heerlijke camping met zwembad, als we dat geweten hadden!
Een mooie route volgt langs de D918 langs de rivier Gave d'Aspe, waar we bij een temperatuur van 35°C heerlijk verkoeling vinden. In Tardets-Sorholus vinden we een geschikte camping, van waaruit we de volgende dag de Kakouetta Gorge willen bezoeken. Deze mooie kloof hadden we 15 jaar eerder nog met de kinderen willen bezoeken, maar was toen afgesloten wegens een enorme ravage, aangericht door een zware vloedgolf , die er in 1995 doorheen raasde en alle voorzieningen had vernield en het het pad er doorheen had weggesleurd.
Kakouetta Gorge
Dus beklimmen we de D26 naar de spaanse grens en de Baskische bergen, waar zich dit prachtige natuurwonder bevindt.
















Het is een zeer diepe en grillige kalkkloof met loodrechte rotswanden. De afstand tussen de rotswanden is soms minder dan drie meter. Dit ravijn is voor het eerst verkend door Éduard Martel in 1906. Wanneer het water niet te hoog staat kunt u van 8 uur  's ochtends tot zonsondergang de kloof inwandelen. De wandeling naar de Grotte du Lac duurt ongeveer een uur. Hier kunt u picknicken aan de picknicktafels. In de grot vindt u reusachtige stalagmieten en stalactieten. 200 meter voor de grot klettert het water van een 20 meter hoge waterval.

Hierna trekken we verder naar de atlantische westkust over een pittig zwaar parcours richting Biarritz.


In Bardos vinden we achter een begraafplaats een campingplek, waar de haan met een harem kippen de tent in en uit lopen op zoek naar eten. (helaas geen verse eitjes).
We passeren vandaag de 2500 km grens.
Bij Urt ondervinden we voorlopig de laatste klimmetjes, alvorens langs de rivier de l'Adour naar Bayonne bij de monding van deze rivier uit te komen. Bij plage de la Digue begint een prachtig afgelegen fietspad langs de kuststrook door de duinen, waar we op een picknickplek in het dennenbos de tent opzetten. Helaas mag hier vandaag wegens de hoge golven, sterke stromingen en stevige wind niet gezwommen worden in zee.


Deze mooie streek ten zuiden van Bordeaux, de Aquitaine hadden we nog niet eerder bezocht en is toch echt de moeite van een bezoek waard met z'n mooie stranden, duinen en bossen met mooie meren, waar verrukkelijk mooie wild- kampeerplekken te vinden zijn.
Na de grote meren bij Biscarosse wordt het schitterende fietspad meer heuvelachtig met soms pittige klimmmetjes en bij Dune du Pilat vind je de zeer hoge zandduinen, die je na beklimming een prachtig uitzicht bieden op het achterland en de zee.

 Dune du Pilat











Aangekomen bij de haven van Archacon denken we een luxe ferry te vinden naar Cap Ferret. Er is echter alleen een klein bootje dat onze fietsen op het dak mee wil nemen voor 25 euro. Alle bagage moet echter eerst van de fiets en eenmaal op de woelige zee, proberen we de 10 tassen zo goed als mogelijkheid is vast te houden op het dak om te voorkomen dat de bagage overboord slaat. Als we toch heelhuids en veilig op de Cap aankomen, zetten we daar ons tentje op met uitzicht op de hoge duinen aan de overkant. Tevens nemen we een verkoelende duik, omdat we nadat we aan de atlantische kust  zijn aangekomen al een week genieten van een wolkenloze hemel met aangename temperaturen.
Over een smal fietspad van ongeveer 50cm breed, waar je gelijk vast zit in het mulle zand als je er naast rijdt,  fietsen we naar het mooie Lac de Lacanau. Op weg naar het Etang de Cousseau komen we in een woesternij terecht en moeten regelmatig lopen in het heuvelachtige mulle zand en ons een weg banen door overgroeide takken. Bovendien blijkt de daar op onze kaart aanwezige natuurcamping al jaren niet meer te bestaan en loopt ook de het pad nog dood bij het meer, wat ons noodzaakt om op onze schreden terug te keren. Na deze martelgang vinden we gelukkig bij het volgende Lac d'Hourtin-Carcans een prachtige kampeerplek aan het meer bij Bombannes.

Het liefst zouden we hier een paar dagen blijven, maar aangezien op deze afgelegen plek geen fouragering mogelijk is, zijn we genoodzaakt verder te trekken naar Montalivet, waar een gigantisch motor-festijn plaatsvindt met 1000zenden motoren.


Op Pointe de Grave zetten we in de namiddag de tent op in afwachting van de eerste afvaart van de ferry naar Royan de volgende dag.
Na Royan volgt een mooie route door de duinen langs de rotsige kust met toeristen dorpjes en mooie baaien. Na Marennes komen we in een volkomen vlak natuurreservaat met moerassen met grote zoutpannen.
Deze moerassen herbergen meer dan 150 soorten vogels, met als bijzonderheid ooievaars. Het leuke oude dorp Brouage met citadel  ligt hier middenin en wordt nog hoofdzakelijk door kunstenaars bewoond.

Langs de kust tussen La Rochelle en Rochefort, is in 1981 het natuurreservaat van het moeras van Yves gecreëerd. Het is een combinatie van duinen, modderstrand en lagunes. Deze moerassen vormen een belangrijk nestelgebied voor eenden en kleine steltlopers. In twee observatoria kunnen de vogels worden geobserveerd.
"Pont Transbordeur"

Vlak bij de monding over de rivier de Charente te Rochefort leidt het fietspad naar een bijzondere rivier overbrugging, een zogenaamde "Pont Transbordeur" of zweefbrug. Hierbij pendelt een gondel opgehangen aan kabels over de rivier heen en weer, zodat de vrije doorvaart voor zeeschepen op weg naar de haven van Rochefort gevrijwaard blijft. Het is de enige nog bestaande en werkende brug van dit type in Frankrijk. De brug, waarvan de afbraak gepland was, werd ondertussen beschermd als monument, en na een recente restauratie terug in werking gesteld, zij het enkel voor voetgangers en tweewielers.
"Pont Transbordeur"





La Rochelle
Een saaie weg leidt naar de schitterende drukke toeristen plaats La Rochelle, met historische oude kern en gezellige haven.
Op de rit rond de vlakke baai van l'Aiguillon vol graan, zonnebloemen en schelpdieren teelt worden we 40 km lang geteisterd in de hitte van 35 °C door kleine vliegjes die overal aan ons plakken en een ergerlijke jeuk veroorzaken.
Hierna volgt weer een mooi stuk door dennenbossen, mooie baaien en heerlijkestranden.
Als we bij Jard-sur-Mer via de GR364 bij een adembenemend mooie baai aankomen, hopen we via het strand de overkant van de baai te bereiken. Maar na uren lopend naast de fiets, ploeterend door mul zand, modder, boomstammen die de doorgang versperren en diepe geulen lopen we vast en zijn we genoodzaakt de uitputtende weg in omgekeerde richting te nemen. Soms zakken de wielen van de zwaar beladen fietsen tot hun assen in de modder en het is slopend om er uit te komen.
Via een flinke omweg naar Talmont-St.Hilaire bereiken we dan om 18 hr eindelijk de overzijde van de baai. Hemelsbreed slechts een paar honderd meter, waar we zo'n 9 uur voor in touw zijn geweest.

Na les Sables-d'Olonne volgt weer een mooi vrijliggend fietspad door een schitterend natuurgebied met marais, duinen, bossen en mooie stranden tot het schiereiland Ile de Noirmoutier.
Na een prachtige kampeerplek aan de zee bij een piepklein haventje in Collet in de buurt van Bourgneuf-en-Retz nemen we nog even een duik in zee. Als ik echter de volgende ochtend nog een duik wil nemen, is door het gigantische getij verschil de zee totaal verdwenen en is tot aan de horizon alleen nog maar een eindeloze zandvlakte te zien. Een rare gewaarwording!
Hier begint de zeer goed aangegeven fietsroute (met groene pijlen op het wegdek) VÉLOCÉAN van 40 km van Bourgneuf-en-Retz via Pornic en St.Michel-Chef-Chef naar St. Brevin.
Dan doemt in de verte bij St. Nazaire de zeer lange en hoge brug over de monding van de Loire op.
Mogen we hier wel over met de fiets? Navraag bij het plaatselijke toeristenbureau vermeld dat het weliswaar niet verboden is, maar dat er zelden een fietser z'n leven er aan waagt! Alternatief??? Meer dan 100km omrijden via Nantes!!!
Genoeg uitdaging voor ons dus om deze levensgevaarlijke onderneming aan te vangen, midden in de spits met een harde wind en geen fietspad, waar beginnen we aan! Het voorbij razende verkeer rijdt rakelings langs ons en na slechts een paar honderd meter worden we van de fiets geblazen. Voorzichtig lopend met ware doodsverachting bereiken we toch zonder ongelukken veilig de andere zijde van de 4,5 km lange brug. Nog trillend op onze benen van deze hachelijke onderneming fietsen we naar het iets verder zeer rustig verscholen strandje tussen hoge rotsen bij St. Nazaire de Porcé, waar we kamperen.
We besluiten om Bretagne doortesteken via een z.g. Voie Verte (groene weg) nr3 naar Malo. Dit is een oud spoortraject, dat nu is ingericht als wandel/fietspad. Deze loopt via  schilderachtige plaatsen vanaf Quistembert naar Pleucadeuc en verder. Het spoorbaantje vinden we toch een beetje saai fietsen en besluiten om een stuk van de bijna parallel lopende mooie route langs het kanaal van Nantes naar Brest te volgen, waar we langs het pitoreske plaatsje Malestroit komen en de rivier blijven volgen tot Ploërmel, waar we bij het mooie Lac du Duc kamperen.
Malestroit
Soms volgen we weer een stukje van Voie Verte3, maar meestal kiezen we voor een alternatieve route met meer natuurschoon. Dat blijkt geen slechte keuze , want na Medréac komen we in een prachtig meren gebied en overnachten bij Etang de Néal in een grote overdekte schuur, vanwege een dreigend onweer.









's Middags spelen we met wat locale jongelui een oud bretons spel met metalen schijven, die op een rond houten bord gegooid moeten worden. Erg gezellig, maar 'savonds wordt het slecht slapen door overlast van harde muziek en overmatig drankgebruik van de jongelui tot diep in de nacht.
Ietwat vermoeid door de slechte nachtrust fietsen we verder over een pittige maar mooie fietsroute (VD4) naar de boekenstad Bécherel.
Bécherel





Via het sluizencomplex met 11 sluizen bij le Tréhonais in het kanaal d'Ille et Rance komen we in Evran uit., waar we bij een boten aanlegplek een mooie kampeerplek vinden met toilet en warme douche.




Léhon


Léhon en het iets verder gelegen Dinan zijn prachtige oude plaatsen met veel bezienswaardigheden.










Dinan
















Mont St. Michel

 Uiteindelijk komen we in Dinard aan, aan de noordkust van Bretagne en nemen de grote "barrage" over de baai naar St.Malo en volgen de mooie kustweg naar Mont Saint Michel. De beroemde heuvel in zee met boven op de abdij met de aartsengel Michaël, 152 meter boven de zeespiegel. Maar zo hoog hoef je niet te gaan om prachtige vergezichten te hebben over de zee en de kuststrook. In totaal trekt de zee hier zich ongeveer 10 kilometer terug, als verschil tussen eb en vloed.








 Van hieruit gaat het over de Voie Verte 4, weliswaar is dit deel off-road en moet er hoognodig gesnoeid worden, maar toch goed befietsbaar. Bij Pontaubault verlaten we de kust weer over een oud spoortraject en kamperen in de kasteeltuin van Ducey. In Mortain maken we over de GR22 een wandeling naar de waterval aldaar.



GR 22 bij Mortain







Op weg over het prachtige spoorwegtraject naar Vire, dat hier flink klimt en daalt, vinden we bij Saint-Germain-de-Tallevende-la-Lande-Vaumont een verbouwd stationnetje, zeer luxueus ingericht met eetzaal, toilet en doucheruimte. Het is onbemand en we zijn de enige gasten, dus genieten van deze onverwachte luxe en badderen er flink op los.
Dit alles geheel gratis! Wat een service aan de vermoeide fietser!!!
Vanaf Vire gaan we oostwaarts naar het mooie gebied rond de rivier de Orne, ook wel Suisse-Normandië genaamd. Bij Pont Erembourg vinden we een mooie plek om te kamperen aan de rivier. Dit gebied is zo mooi, dat we besluiten een rondrit te maken vanuit Pont d'Ouilly naar Roche d'Oëtre met flink wat klimwerk. Ook de volgende dag een zeer pittige, maar prachtige route langs de Orne via Clécy met mooie rotsformaties naar Thury-Harcourt.


Aangezien het begint te miezeren besluiten we om bij Pont-du-Coudray in een overdekte gebouw te overnachten bij een oud stationnetje, waar je een tocht met een trapwagentje over het spoor kan maken.(Velo rail)
Caen

Na 20 km komen we in de de mooie historische stad Caen met een gezellige oude kern, waar we een paar uur rondzwalken.






Na Caen volgen we de Orne tot aan de kust bij Cabourg. Na een zeer steile klim bij Houlgate en een regenbui moet ik bij een schuilhutje m'n ketting vervangen, omdat alles na 4450km kraakt en ik niet meer kan schakelen! Omdat het blijft regenen spreiden we onze slaapzakken hier maar uit onder het afdak van de schuilhut.
We volgen hier de mooie golvende côte de Grâce met soms pittige klimmmetjes en prachtige kasteelachtige villa's. En in Honfleur, één van schilderachtigste plaatjes van Frankrijk houden we een lange lunchpauze .
.


Honfleur









chateau La Pommerage
Aan de hoge brug over de Seine monding bij Le Havre wagen we ons deze keer niet, bovendien trekt de drukke industrie van deze stad niet echt, dus nemen wij de rustige D312 (kasteel La Pommerage) langs de Seine naar de Pont de Brotonne, waar we de Seine oversteken naar Haute-Normandië.

 Een mooie streek met idylisch sprookjesachtige huizen, waar we even wegdromen om in dit huisje onze oude dag te slijten.














Na Yerville pikken we de mooie route langs de Saâne op en gaan bij Thiédeville in de kasteeltuin van chateau d'Imbleville staan met ons tentje.

Thiédeville, chateau d'Imbleville

Varengeville






 We volgen het fraaie dal van de Saâne tot aan de kust bij Quiberville om vervolgens via weer wat pittige klimmetjes de kliffen van Dieppe te bereiken.


Le Tréport







Criel plage









Hier vandaan via de Veloroute Litoral naar Le Tréport.




Hier gaan we weer landinwaarts voor een bezoek aan het beroemde kasteel  Eu, om vervolgens via een mountainbike route (chemin des Etangs) langs de mooie meertjes in de rivier Bresle bij Longroy een kampeerplek te vinden. Dit viel niet mee, omdat we hier veel concurrentie hadden van de vele vissers.
Via binnenwegen rijden we naar Abbeville en bezoeken de fraaie Saint-Wulfran kerk.
Watten
Dan via Montreuil, Desvres, Longueville, Licques naar Nordausques, waar we de Noorzeeroute LF1 oppikken. Im Watten via een stevige klim komen we bij de abdij en molen met schitterend uitzicht over de kust van Calais en Duinkerke.


Tot Esquelbecq blijft het nog steeds flink klimmen, maar daarna overzien we de grote vlakte van Vlaanderen en passeren de begische grens bij Oost-Cappel.
grens Oost-Cappel





Via Dirksmuide en het mooie stadje Veurne komen we aan de niet bijster interessante kust. Langs de drukke toeristenplaatsen van De Panne tot Knokke zijn weinig geschikte wildkampeerplekken te vinden en ook in het nederlandse Zeeuws-Vlaanderen staan de campings stampvol, zodat we uiteindelijk pas na 105km in Catzand een redelijk plekje vinden.



Veurne



De ferry in Breskens brengt ons de volgende dag naar VlissingenMiddelburg vereren we nog even met een kort bezoek en in Veere lopen we nog even over een drukke, oude ambachtenmarkt.


De lange Zeelandbrug over en na fietspunt 70 volgt een mooie fietsroute over een heuvelachtig parcours naar Burgh-Haamstede, waar we voor de laatste keer illegaal in de duinen kamperen.



Op 29 juli, na een fietstocht van 3 maanden komen we na 5000km weer in Maasluis aan en treffen onze voortuin aan vol hoog onkruid.

"Don't dream your life, but live your dream!"

klik op onderstaande link om alle foto's te zien:   
 http://picasaweb.google.nl/110950553067652398780/FietsvakantieDoorFrankrijk

1 opmerking:

  1. Heel erg leuk om te lezen. Prachtige foto's trouwens.
    Hebben jullie alles via gps gereden of via kaarten?

    Groeten

    Karel

    BeantwoordenVerwijderen